vul in met "een", "het", "de" of "-"*

Gatenvuloefening

Vul de gaten in. Druk dan op "controleren" om uw antwoorden te controleren.
1. Vorige week hebben we veel vrienden op bezoek gehad.
2. Ze zijn hele week gebleven.
3. We hebben toen weinig tijd gehad om lange brieven te schrijven.
4. We hebben samen boottocht langs Kanaal van Charleroi gemaakt.
5. Daar hebben we ook prachtige vissen gezien.
6. hele reis heeft ons geweldig plezier gedaan.
7. Hij gaat niet graag naar school.
8. Koop je koekjes?
9. Houd jij van tennis?
10. Leg het boek neer op nachtkastje.
11. minister Verhofstad is ziek.
12. We komen op dinsdag.
13. We studeren allebei rechten
14. Ik heb vanmorgen brood en koeken gekocht in nieuwe bakkerij. Ik voelde dat brood nog lekker warm was. Ik koop ook graag taarten: ik heb chocoladetaart en veel bonbons gekocht omdat ik vandaag vrienden op bezoek krijg.

* als er geen lidwoord nodig is, gebruik je een streepje (-)